Jun 21, 2022 . 11 min leestijd
Belasting over de toegevoegde waarde, met als afkorting 'btw' kent iedere persoon die naar de winkel gaat en ziet dat zijn boodschappen in feite 6 of 21% duurder zijn dan de winkel aanrekent.
Maar wat is btw nu precies en waarom is het in het leven geroepen? Wat bedoelen accountants dan ook met een btw-listing, een btw-aanrekening, een btw-nummer enzovoort? Laten we in dit artikel daar wat dieper op inzoomen.
De belasting over de toegevoegde waarde staat voor een belasting die geheven wordt op de basisprijs van een dienst of een product en die aan de eindgebruiker aangerekend wordt. Denk maar aan die leuke auto die je kocht maar waarop je eigenlijk een hoog belastingbedrag moet bij neertellen. Maar ook als zelfstandige ondernemer kom je in feite in aanraking met deze belasting want jij moet je klanten ook btw aanrekenen terwijl je leveranciers jou ook een factuur geven waarop de btw staat op het eindbedrag.
Concreet is het dus zo dat we starten met een basisprijs en leveranciers of producenten verhogen deze met het bedrag van de btw. Het bedrag dat zij meer geheven hebben dan wat zij zelf hebben moeten betalen wordt dan aan de overheid betaalt. Dus een ondernemer betaalt enkel btw wanneer zij meer btw heeft aangerekend aan haar klanten dan wat zij heeft moeten geven aan de leverancier. Vandaar dat we spreken over een belasting op de 'toegevoegde waarde'; enkel op de waarde die je toevoegt - gedefinieerd als je verkoopbedrag min je aankoopbedrag - betaal je dus belastingen.
Het btw-wetboek voorziet dat elke onderneming die op regelmatige en zelfstandige basis economische activiteiten (i.e. het leveren van goederen en diensten) btw-plichtig is. Een bedrijf moet dus btw aanrekenen aan zijn kanten en de heffing terugstorten aan de overheid. Kortom, het overgrote merendeel van alle zelfstandigen zijn btw-plichtig.
De regel is in feite eenvoudig maar het btw-wetboek voorziet een aantal uitzonderingen. Zo stelt artikel 44 van het btw-wetboek dat bepaalde ondernemingen in de socio-culturele, financiële of medische sector vrijgesteld zijn van btw. Ook wie actief is in de deeleconomie (i.e. particulieren die diensten aan andere particulieren aanbieden via een erkend platform) moet zich niet activeren voor de belasting over de toegevoegde waarde.
Daarnaast voorziet het btw-wetboek ook een vrijstelling voor vrije beroepen. Zo moet een arts of tandarts, en zelfs een verpleegkundige, geen belasting over de toegevoegde waarde aanrekenen voor de geleverde zorgen. Niet btw-plichtig zijn heeft dan natuurlijk het grote voordeel dat je een eenvoudigere administratie hebt. Het nadeel is dan ook dat je de betaalde btw zomaar niet kunt recupereren.
We hebben al kort gezien dat de btw, als afkorting voor belasting over de toegevoegde waarde, een belasting is op 'toegevoegde waarde'. Maar hoe kunnen we nu concreet ook berekenen hoeveel btw onze onderneming zal moeten geven aan de schatkist of hoeveel btw we zullen terug krijgen? Eerst en vooral is het nuttig om te definiëren wat een 'maatstaf van heffing' precies betekent. Dit is eigenlijk het basisbedrag waarop de verschuldigde btw wordt berekend en het bestaat uit alles wat de verkopende onderneming van een product of dienstverlener van zijn cliënt krijgt.
Deze maatstaf van heffing bekom je door de prijs van het product of dienst te nemen en te vermeerderen met de kosten. Daar trek je dan nog mogelijke kortingen vanaf, omdat er geen btw moet worden betaald op een korting.
De meest gangbare tarief in België is 21% die op de maatstaf van heffing moet worden geheven. Echter, op sommige diensten en goederen zijn ook 12% en 6% mogelijk. Laten we eventjes kijken wanneer welk tarief moet toegepast worden.
Een tarief van 21% is het meest gangbare. Dit betekent dat je bijvoorbeeld op de meeste huishoudelijke apparaten, een auto, een gsm, etc. 21% als tarief hebt, tenzij jouw producten of diensten tot één van de uitzonderingen, hieronder besproken, behoren.
Op een kleine groep van producten wordt dan eerder 12% btw geheven. Het gaat specifiek over geleverde goederen en diensten die van groot socio-economisch belang zijn en dus een voorkeurstarief genieten. Enkele voorbeelden zijn margarine, sociale woningen, kolen alsook op bereide maaltijden in de horeca.
Voor basisbehoeften die dus betaalbaar en toegankelijk voor iedereen moeten zijn, heeft de wetgever beslist om slechts 6% als tarief te hanteren. Het gaat bijvoorbeeld over producten zoals vis, vlees, groenten en andere landbouwdiensten. Daarnaast is dit tarief ook van toepassing op geneesmiddelen, personenvervoer, tijdschriften, bloemen en zelfs renovatiewerken aan gebouwen die ouder zijn dan 10 jaar. Momenteel is er ook een debat gaande bij de wetgever of elektriciteit nu een tarief van 21% moet kennen of eerder 6%. In feite is elektriciteit een basisbehoefte maar aan de andere kant wil je ook het gebruik van elektriciteit wat demotiveren door o.a. mensen in energiezuinigere woningen te laten wonen.
Noteer dat de btw een Europese belasting is maar de tarieven in elke lidstaat anders zijn. Een tarief van 6%, 12% of 21% is dus typisch Belgisch.
Er bestaan ook de zogenaamde gemende tarieven, die bijvoorbeeld in de horeca voorkomen. Zo betaal je op restaurant bijvoorbeeld 12% btw op je maaltijd en 21% op je drankje. Daarentegen betaal je voor een afhaalmaaltijd of levering aan huis slechts 6%, al moet er voor bepaalde luxeproducten zoals kaviaar en kreeft altijd 21% btw betaald worden.
Naast de gangbare percentages zijn er ook producten waar helemaal geen btw moet geheven worden. Voor dergelijke producten moet je dus geen btw aan de klanten vragen maar betaal je zelf ook geen btw aan leveranciers die je kunt aftrekken van je belastingen.
In bepaalde gevallen is het mogelijk om de btw te verleggen. Dit betekent dat je eigenlijk geen btw in rekening gaat nemen maar die gaat verleggen naar de ondernemer die jouw goederen of diensten aankoopt. Je moet in dergelijk geval wel de vergoeding vermelden waarvoor de btw is verlegd in je btw aangifte. De afnemer vermeldt dan weer de vergoeding én de bijhorende btw in zijn btw aangifte.
De btw verleggen gebeurt vaak bij internationale transacties. Zo kun je als je goederen of diensten importeert of exporteert naar het buitenland, de btw verleggen. De persoon die de goederen koopt betaalt de btw op zijn aankopen dan in het eigen land. Een ander geval van btw verlegging gebeurt dan bij medecontractant; typisch wanneer je werken laat uitvoeren aan je bedrijfsgebouw. Stel dat je bijvoorbeeld er voor kiest om je kantoor te verbouwen. Normaal zou je 21% btw moeten betalen aan je aannemer maar omdat het een tijd duurt voor je die btw kan terugvorderen, voorziet de wet dat je geen btw moet betalen aan je aannemer maar je gewoon de verschuldigde btw op je belastingaangifte moet invullen. Dit houdt eigenlijk een nuloperatie in want de btw in die aangifte ga je meteen terug in rekening nemen bij je aftrek.
De eerste stap als beginnende ondernemer is het aanvragen van je btw nummer voor je start met je activiteit.
Vervolgens is het belangrijk om de omvang van je omzet te gaan bepalen want indien je omzet lager ligt dan 25.000 euro exclusief btw mag je eigenlijk een vrijstelling aanvragen bij je sociaal kantoor. Bedraagt je omzet maximum 2.500.000 euro exclusief btw moet je wel een btw administratie gaan voeren. Een dergelijke administratie houdt het volgende in:
Het aangeven van je btw op driemaandelijkse (of maandelijkse basis)
Het voeren van een boekhouding die voldoende bewijskracht heeft
Een jaarlijkse opgave van de afnemers-belastingplichtigen (i.e. de zogenaamde btw-listing) indienen voor 31 maart
Bij leveringen aan andere EU-lidstaten moet je een intracommunautaire kwartaalopgave maken
Indien je omzet groter is dan 2.500.000 euro exclusief btw moet je hetzelfde gaan doen maar dan is de btw-aangifte sowieso maandelijks.
Bij het heffen van btw heeft de wetgever gekozen om de heffing in het land van bestemming te voeren indien men tijdens het lopende of voorbije jaar in een andere lidstaat goederen aankocht en hierbij een bepaalde drempelbedrag overschreed. Dit drempelbedrag geldt per lidstaat en omvat het totaal van alle aankopen van goederen gedurende een kalenderjaar. Bij aankopen hoger dan 11.200 euro in de andere lidstaat (exclusief btw) moet je btw betalen in het land van bestemming; België dus. Bij aankopen lager dan 11.200 euro in de andere lidstaat (exclusief btw) moet je de regeling voor particulieren volgen en dus btw betalen in het land van oorsprong.
Noteer dat je er altijd voor kunt kiezen om Belgische btw te betalen, zelfs als het totale aankoopbedrag gedurende het jaar de drempel van 11.200 euro niet overschrijdt. Weet wel dat je dan een keuzeverklaring moet indienen bij het bevoegde btw-controlekantoor en je btw zult moeten betalen via de bijzondere btw-aangifte. Noteer ook dat deze keuzeverklaring geldt voor het lopende kalenderjaar en voor de twee daaropvolgende kalenderjaren. het is dus niet zo dat je zomaar elk jaar van gedacht kunt veranderen.
Dit is de situatie voor de transacties met goederen. Is er dan een andere regeling bij de aankoop van diensten? Het antwoord is: ja. Bij de dienstverlening is de basisregel dat de btw-regels van toepassing zijn waar de afnemer van de dienst gevestigd is, zijnde de klant. Bij de aankoop van diensten binnen de EU geldt de 11.200 euro-drempel niet; vanaf de allereerste euro betaal je al Belgische btw. Concreet moet je je Belgisch btw-nummer doorgeven aan de buitenlandse leverancier en mag de leverancier zelf geen btw aanrekenen. Maar wat als je vergeet dit te doen? In dergelijk geval rekent de leverancier wel (buitenlandse) btw aan in de veronderstelling dat de klant een particulier is. Pas dan op bij een controle door de fiscus want naast een boete zal je toch nog Belgische btw moeten betalen.
Noteer echter wel dat voor een aantal diensten de algemene regel niet geldt en de plaats van dienstverlening eerder zal bepalen voor welk land de btw wordt betaald. Voor bijvoorbeeld diensten die verband houden met onroerende goederen, zoals verbouwingswerken, geldt de plaats waar het onroerend goed gelegen is. Voor personenvervoer geldt dan weer de plaats waar het vervoer wordt verricht. Bij culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve of soortgelijke evenementen geldt de plaats waar het evenement effectief plaatsvindt. Bij restaurant- en cateringdiensten geldt dan weer de plaats waar de dienst materieel wordt verricht. Ten slotte zien we bijvoorbeeld bij de korte termijn verhuur van vervoermiddelen dat de plaats geldt waar het vervoer ter beschikking wordt gesteld.
Stel dat je een aankoop doet van een auto maar je bent invalide of gehandicapt persoon, dan zijn er ook bepaalde belastingvoordelen. Zo heeft de persoon recht op een verlaagd btw tarief van 6% in plaats van 21%, maar de auto moet wel ten minste drie jaar als persoonlijk vervoermiddel gebruikt worden. Als invalide ondernemer is het dan ook nuttig om van deze verlaging af te weten. Het is zelfs in bepaalde gevallen mogelijk om het betaalde bedrag aan btw terug te krijgen.
De wetgever voorzien wel een paar bijkomende regels die moeten nageleefd worden. Zo kan de gunstregeling pas gelden voor één enkel voertuig per begunstigde en moet het voortuig op jouw naam ingeschreven worden bij het DIV. De fiscale voordelen zijn een strikt persoonlijk recht dat enkel aan jouw wordt verleend. Jij moet dus de persoon zijn die met de auto rijdt ofwel moet het over een voertuig van jou gaan die gebruikt wordt door iemand anders om jouw te vervoeren.
Om van dergelijke maatregel te kunnen genieten moet je, als consument, best de koopovereenkomst van jouw auto afsluiten zodat je alle essentiële kenmerken van de auto (merk, model, jaartal) en de identiteit van de verkoper ken. Je moet als consument daarna telefonisch contact opnemen met het contactcenter van de fiscus die u een brief met meer informatie en een aanvraagformulier 716.1 zal sturen. Dit moet je ingevuld terug bezorgen aan de FOD Financiën. Als je aan de voorwaarden voldoet, ontvang je een toelating die je aan je autohandelaar moet bezorgen. De verkoper moet op de verkoopfactuur alsook op het dubbel ervan het volgende vermelden: a) de datum van het formulier 716, b) het referentienummer van dit formulier en c) de officiële benaming van het KMO beheerteam dat het formulier heeft afgeleverd.
1880 views
Gezamelijk geschreven door het Boekhouderstotaal schrijversteam
alle artikels