Jul 10, 2022 . 11 min leestijd
De investeringsaftrek is een fiscaal voordeel waarvan nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen zowel als eenmanszaak of in vennootschapsvorm van kunnen genieten. Ook vrije beroepen komen hiervoor in aanmerking. Zoals de naam al verklapt is dit fiscale voordeel gekoppeld aan investeringen. Het doel van de investeringsaftrek is om ondernemingen aan te moedigen om investeringen te doen. Dit kan zowel op (nieuwe) immateriële vaste activa als op (nieuwe) materiële vaste activa betrekking hebben.
Kort samengevat zorgt de investeringsaftrek ervoor dat er fiscaal gezien een extra kost ten laste van het resultaat mag worden gelegd in het jaar waarin de investering is gebeurd. Deze kost komt bovenop de normale afschrijvingskost op investeringen in vaste activa.
Hieronder laten we het licht schijnen op hoe dit precies werkt en worden de verschillende onderdelen toegelicht.
De investeringsaftrek kan worden genoten door zowel eenmanszaken als kleine vennootschappen. Mensen die een vrije beroep uitoefenen kunnen hiervoor ook in aanmerking komen. Wel moet worden opgelet dat er geen aftrek wordt verleend, wanneer de baten of winsten die worden verkregen, worden bepaald volgens forfaitaire grondslagen van aanslagen waarin de afschrijvingen forfaitair zijn opgenomen. Dit komt vooral voor in de landbouwsector.
Wanneer we een kijkje nemen naar de vennootschappen kan dit voor zowel grote - als kleine vennootschappen. Een kleine vennootschap wordt gedefinieerd in artikel 1:24 in het wetboek van vennootschappen.
De investeringen moeten voldoen aan een aantal voorwaarden om in aanmerking te komen voor dit fiscaal voordeel.
Het moet gaan om
afschrijfbare materiële of immateriële vaste activa. De aankoop van grond is bijv. uitgesloten.
die nieuwe activa zijn (nieuwe staat). 2de hands aangekochte goederen of cliënteel dat wordt ingebracht in een vennootschap komen dus niet in aanmerking.
die tijdens het (boek)jaar zijn gekocht of tot stand gebracht. Je kan dus geen investeringsaftrek claimen voor investeringen van vorige boekjaren. Wel is er een (beperkte) mogelijkheid om de investeringsaftrek over te dragen naar een volgend jaar als er in het lopende boekjaar te weinig (belastbare) winst is om te genieten van het voordeel.
die in België worden gebruikt voor de uitoefening van de beroepsactiviteit. Investeringen in het buitenland zijn dus uitgesloten.
die niet uitdrukkelijk door de wet zijn uitgesloten van dit voordeel.
die verband houden met de bestaande of geplande economische werkzaamheid van de vennootschap
Volgende investeringen komen niet in aanmerking voor investeringsaftrek, en zijn bijgevolg uitgesloten:
Personenauto's en auto's voor dubbel gebruik, ook lichte vrachtauto's bedoeld zoals omschreven in artikel 4, §3, van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen. Uitzonderingen hierbij zijn: taxi's in een taxibedrijf of instructieauto's in erkende autorijscholen uitsluitend voor praktische beroepsdoeleinden en daarvoor ook zijn uitgerust.
Activa die ‘gemengd' worden gebruikt. Dit is vooral van toepassing in eenmanszaken, waar bijv. een gsm of laptop soms ook gedeeltelijk privé wordt gebruikt.
Niet afschrijfbare activa of activa die over minder dan 3 belastbare tijdperken worden afgeschreven.
Niet rechtstreeks verband houden met de beroepswerkzaamheid
Activa die niet door de verkrijger zelf worden gebruikt, maar bijv. in leasing worden gegeven of worden verhuurd aan derden. Tenzij deze ‘derde' een zelfstandige of vennootschap is die zelf ook gebruik kan maken van de investeringsaftrek.
Gebouwen aangeschaft voor wederverkoop
De investeringsaftrek is van toepassing op 'investeringen verkregen of tot stand gebrachte vaste activa tijdens het belastbaar tijdperk'. We kunnen dus stellen dat de investeringsaftrek van toepassing is op vaste activa die zijn verbonden aan het aanslagjaar of boekjaar wanneer ze verkregen zijn of tot stand gebracht zijn. Met andere woorden, je kan deze investeringen tijdens dat boekjaar afschrijven. De fiscus hanteert hiervoor twee voorwaarden: De investering moet ofwel tijdens het belastbaar tijdperk in het werkelijk bezit zijn van de onderneming. Of de onderneming is tijdens dat jaar juridisch eigenaar geworden.
Maar wat nu met materiële en immateriële vaste activa waarvoor je een overeenkomst hebt maar nog die nog niet verkregen werden. Deze investeringen mogen worden aanzien als tijdens dat belastbaar tijdperk verbonden activa. De vennootschap heeft ze dus tijdens dat belastbaar tijdperk verkregen of tot stand gebracht.
Er bestaan in feite 2 soorten investeringsaftrek: de eenmalige en de gespreide investeringsaftrek.
Bij de eenmalige aftrek wordt het bedrag van de extra aftrekbare kost berekend als een percentage op de aanschaffings- of vervaardigingsprijs van het nieuwe actief. Dezelfde waarde dus die ook de basis vormt voor de berekening van de afschrijvingen.
Het berekende bedrag vormt een extra fiscaal aftrekbare kost die in één keer ten laste wordt gelegd van de fiscale winst van het boekjaar waarin de investering gebeurde. Als er onvoldoende winst is in dat boekjaar, dan is er een beperkte overdracht naar een volgend belastbaar tijdperk mogelijk.
De percentages van toepassing voor investeringen in 2021 variëren van 8% tot 25% voor eenmanszaken en van 3% tot 25% voor vennootschappen.
Het exacte percentage hangt af van het type investering en van het moment van de aanschaf. Belangrijk om te weten is dat het ‘normale' percentage 8% is, maar dat dit werd opgetrokken tot 25% als een relance maatregel in het kader van de covid-epidemie en ter financiële steun. Dit verhoogde percentage zal van toepassing blijven op investeringen gedaan uiterlijk op 31/12/2022.
Naast de hierboven beschreven ‘eenmalige' investeringsaftrek bestaat er ook nog een systeem van gespreide investeringsaftrek. Daarbij gaat men de extra fiscale kost gespreid ten laste nemen over de boekjaren waarin het actief wordt afgeschreven. Deze extra kost is dan telkens een percentage van de afschrijvingskost.
De gespreide aftrek kan echter slechts beperkt worden toegepast. Wij belichten hier verder dan ook enkel de eenmalige aftrek.
Het belastingvoordeel dat de investeringsaftrek je oplevert is uiteraard verschillend voor eenmanszaken en vennootschappen.
In eenmanszaken wordt de winst belast in de personenbelastingen. De belastingbesparing kan dan oplopen tot 53,5% van het bedrag van de investeringsaftrek.
In vennootschappen bedraagt het normale tarief 25%, tenzij je een kleine vennootschap bent en aan een aantal extra voorwaarden voldoet. Dan is het tarief 20% voor de eerste € 100.000,00 winst. De belastingbesparing zal hier dan ook 20% of 25% bedragen.
Zowel grote vennootschappen en kleine vennootschappen hebben de mogelijkheid om te genieten van de verhoogde investeringsaftrek. Deze is wel enkel van toepassing op specifieke investeringen. Je kan dit verhoogde investeringsaftrek percentage dus niet voor alle investeringen verkrijgen. Het basistarief is jaarlijks afhankelijk van de indexering die wordt toegepast. Dit percentage is minimum 3,5% en bedraagt maximum 10,5%.
Wanneer we kijken naar aanslagjaar 2022 is het basispercentage gelijk aan 3,5% en wordt eventueel verhoogd met 10% of 17%. Dit is afhankelijk van het type investering. Bijvoorbeeld wanneer je investeert in milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling dan zal de aftrek 13,5% bedragen, namelijk 3,5%+10%.
Een belangrijk punt is dat je het niet benutte deel van de verhoogde aftrek onbeperkt kan overdragen naar volgende belastbare tijdperken.
Hieronder wordt verder in detail ingegaan op de verhoogde aftrek.
Voor digitale investeringen kunnen zowel eenmanszaken (natuurlijke personen) als kleine vennootschappen ervoor opteren om het tarief van 25% toe te passen. Dit geldt voor investeringen verkregen of tot stand gebracht tussen 12 maart 2020 en 31 december 2022. Deze digitale investeringen moeten dienen onder andere de beveiliging van informatie en communicatie.
Voor energiebesparende investeringen geldt dezelfde regelgeving als voor digitale investeringen. Ook hier kan je opteren voor een tarief van 25%. Om van deze verhoogde aftrek van energiebesparende investeringen te kunnen genieten moet het opgenomen zijn in een bepaalde categorie. Deze kan je hier terugvinden https://www.energiesparen.be/sites/default/files/atoms/files/Handleiding_verhoogde%20investeringsaftrek_AJ2022_vmei21.pdf.
Bij de belastingaangifte dien je tevens een vereiste attest toe te voegen. Deze kan je opvragen via www.energiesparen.be/inleiding-formulier-verhoogde-investeringsaftrek.
Deze aftrekken zijn hetzelfde voor de digitale vaste activa.
Om van deze verhoogde investeringsaftrek gebruik te kunnen maken dien je met twee zaken rekening te houden. Je moet namelijk investeren in 'milieuvriendelijke investeringen' die bestemd zijn voor onderzoek en ontwikkeling. Met milieuvriendelijke investeringen wordt bedoeld, investeringen die geen negatieve impact hebben op het leefmilieu. Kort samengevat moet het dus gaan om toekomstgerichte, technologische, milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling zonder negatieve impact op het milieu of dit zoveel mogelijk tracht te beperken om van de verhoogde investeringsaftrek te kunnen genieten.
Hieronder vind je een tabel om dit allemaal wat overzicht te geven.
(investeringen gedaan tussen 12/03/2020 en 31/12/2022) |
Alle vennootschappen
|
Kleine ondernemingen (art. 1:24, §§1-6 WVV)
|
Energiebesparende investeringen (bv. zonnepanelen, isolatie…) |
13,50% |
25% (i.p.v. 13,5%) |
Milieuvriendelijke investeringen in O&O |
13,50% |
25% (i.p.v. 13,5%) |
Octrooien |
13,50% |
25% (i.p.v. 13,5%) |
Rookafzuig- of verluchtingssystemen in horeca |
13,50% |
25% (i.p.v. 13,5%) |
Investeringen in digitale activa |
/ |
25% (i.p.v. 13,5%) |
Investeringen in beveiliging beroepslokalen |
/ |
25% (i.p.v. 20,5%) |
Investeringen in beveiliging bedrijfsvoertuigen |
/ |
25% (i.p.v. 20,5%) |
Overige investeringen |
/ |
25% (i.p.v. 8%) |
Gebaseerd op FOD Financiën
Zoals reeds werd vermeld wordt de investeringsaftrek toegepast op de winst of baten (vrije beroepen) op het belastbaar tijdperk waarin de investering werd verkregen of tot stand gebracht. Deze aftrek kan men toepassen voor de aanrekening van de verliezen uit andere beroepswerkzaamheden wanneer dit de personenbelasting betreft. Wanneer dit de vennootschapsbelasting betreft komt dit na toepassing van de andere aftrekken op de laatste plaats.
De vraag die hieruit rijst is: Als je een verlies hebt of als je in het belastbaar tijdperk onvoldoende winst hebt, kan dit naar volgende belastbare tijdperken overgedragen worden? Het antwoord is ja. Je kan dit naar een volgend belastbaar tijdperk overdragen en dit onbeperkt in tijd.
Een onderscheid wordt hierbij gemaakt tussen natuurlijke personen en vennootschappen. Allebei moeten bepaalde formaliteiten behandelen en de volgende documenten invoegen bij ofwel de personenbelasting of de vennootschapsbelasting.
Natuurlijke personen dienen een formulier 276U ondertekend bij hun personenbelasting voegen of aanhouden voor als de administratie dit opvraagt. Het formulier kan je terugvinden op www.myminfin.be.
Wanneer vennootschappen hun aangifte in de vennootschapsbelasting indienen moeten ze vak 275U in Biztax invullen. Wanneer ze onthouden zijn van een elektronische indiening dienen ze formulier 275U te gebruiken dat beschikbaar is op www.myminfin.be.
Voor de wettelijke bepalingen in verband met de investeringsaftrek kan je artikelen 68 tot 77 en 205 in het wetboek van inkomstenbelastingen 1992 raadplegen en artikelen 47 tot 49Bis van het Koninklijk besluit.
De belastingplichtige moet een keuze maken tussen de investeringsaftrek of belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling, beide combineren mag niet volgens de wet. De belastingkrediet wordt aanzien als een aftrek van de verschuldigde belasting terwijl de investeringsaftrek de belastbare grondslag vermindert. Laten we een kijkje nemen naar beide methoden en wat het voordeligst is.
In onderstaand voorbeeld heeft een grote vennootschap besloten om in boekjaar 2018 te investeren in milieuvriendelijke investeringen voor een bedrag van €30.000,00. Om het eenvoudig te houden, gaan we ervanuit dat de vennootschap geen andere aftrekken heeft.
Resultaat |
Grote vennootschap kiest voor investeringsaftrek |
Grote vennootschap kiest voor belastingkrediet |
Fiscaal resultaat |
€ 100.000 |
€ 100.000 |
Investeringsaftrek |
€ 30.000 x 13,5% |
|
= € 4050 |
||
Belastingkrediet |
€ 30.000 x 13,5% = € 4050 |
|
€ 4050 x 29,58% = € 1197,99 |
||
Verschuldigde belasting |
( € 100.000 - € 4050 ) x 29,58% |
€100.000 x 29,58% = € 29.580 |
= € 28.382,01 |
€ 29.580 - € 1197,99 |
|
= 28.382,01 |
Gebaseerd op voorbeeld (Elewaut, 2018)
Er kan hier worden geconcludeerd dat de verschuldigde belasting bij beide opties hetzelfde is.
We merken op dat bepaalde belastingplichtigen fiscaal voordeel uit investeringen kunnen behaald worden. Het loont dus om eens stil te staan bij de verschillende investeringen en de mogelijkheden die de investeringsaftrek biedt. Wel moeten een aantal formaliteiten vervuld worden om de investeringsaftrek te verkrijgen. Laat je dus goed adviseren en zoek hiervoor de bevoegde personen die jou kunnen helpen om hier gebruik van te kunnen maken.
Wil je nog meer weten over de investeringsaftrek, dan verwijzen we je graag door naar de subsidiedatabank van Vlaio. Of en hoe jouw onderneming hiervan kan genieten, bespreek je best met je boekhouder, die jouw dossier kent en het best geplaatst is om je hierin te adviseren.
8273 views