Zeven IT-bedrijven en zo’n zeventig softwareontwikkelaars stappen naar het Grondwettelijk Hof tegen de fiscale hervorming van de auteursrechten. Opmerkelijk aan hun actie is dat ze daarbij de wet aanvechten zoals ze is uitgelegd door de minister.
In december werd de hervorming van het fiscaal regime voor de auteursrechten goedgekeurd. En dat was nodig, althans volgens minister van Financiën Vincent Van Peteghem. Het fiscaal interessante regime werd de laatste jaren steeds breder toegepast in allerlei sectoren, terwijl de minister wenst terug te keren naar de oorspronkelijke doelstellingen van de regeling.
Tijdens de begrotingsopmaak werd de geplande overgangsperiode om budgettaire redenen plots ingekort van vijf naar één jaar, en dat leidde tot heel wat ophef bij voornamelijk softwarebedrijven. Softwarebedrijven gebruiken het regime namelijk al jaren om hun softwareontwerpers een aantrekkelijk loonpakket aan te bieden.
Het gemor van de softwarebedrijven kwam tot de oren van de regering, en daar trad plots koudwatervrees op. De Franstalige liberalen namen plots heel wat gas terug. Het resultaat is dat de wet formeel geen sectoren uitsluit. Echter, minister Van Peteghem zei in de Kamer dat het toepassingsgebied wel degelijk strikter geïnterpreteerd zal worden dan in de oude wet.
Interpretatie
Het is deze interpretatie die de zeven IT-bedrijven aanvechten. Dat doen ze met behulp van advocaten Wouter Verhoeye (Argo Law) en Maxime Vermeesch (Techtax), en dat met een zeventigtal individuele softwareontwikkelaars die ingingen op de vraag van advocaat Claude Katz.
“Het is ongezien dat een wet wordt aangevochten vanwege de interpretatie van de minister”, zegt Verhoeye. “Veel fiscaal advocaten menen dat auteursrechtelijk beschermde computerprogramma’s nog altijd onder het toepassingsgebied vallen. Maar de woorden die de minister van Financiën in het parlement uitspreekt, zijn niet zonder gewicht. Hij is het hoofd van de administratie, die volgt wat hij zegt. Dat hebben we direct gezien: de Dienst Voorafgaande Beslissingen is gestopt met het afleveren van positieve rulings voor computerprogramma's.”
Ook CEO Werner Valgaeren van het bedrijf Peopleware maakt zich zorgen. “Het gunstregime op de auteursrechten was een manier om hen wat meer nettoloon te bieden en als werkgever aantrekkelijk te blijven in de war for talent. We hebben daarvoor drie jaar geleden een ruling afgesloten met de overheid, met heel strikte voorwaarden. Dat daar nu komaf mee wordt gemaakt na een heel korte overgangsperiode, komt hard aan. Maar de nieuwe wet is ook discriminerend. Voortaan kunnen twee ontwikkelaars die samen aan software werken een verschillende fiscale behandeling krijgen omdat de ene grafisch en dus artistiek werk doet en de andere de backend schrijft.”
Concurrentie
Peopleware zal auteursrechten blijven aangeven, aldus Valgaeren. Zelfs al is de ruling vervallen door de wetswijziging.
Codifly uit Affligem, een jong softwarebedrijf, maakt nog maar sinds vorig jaar gebruik van het auteursrechtenregime voor zijn ontwikkelaars. Het bedrijf trekt niet meer naar het Grondwettelijke Hof. “We zijn opzoek gegaan naar andere manieren om het verlies voor onze werknemers te compenseren, en voerden een cafetariaplan in”, zegt CEO Arvid De Meyer. “Dat is niet even aantrekkelijk, maar ik merkte dat onze werknemers geen avonturen wilden aangaan. Uiteraard vrezen we wel personeel te verliezen, nu we horen dat bepaalde bedrijven het regime blijven toepassen. Dat kan tot een concurrentiestrijd leiden.”
“De blijvende onduidelijkheid is een gigantisch probleem voor de belastingplichtigen”, zegt Verhoeye. “Er was aangekondigd dat Financiën de onduidelijkheid zou wegnemen met een circulaire, maar die is er nog altijd niet. Daarom kan alleen het Grondwettelijk Hof op korte termijn opheldering brengen. We verwachten een arrest ten vroegste eind 2024.”
Het is niet duidelijk of het Grondwettelijk Hof een positie zal innemen. “Wij hopen dat het Hof geen shortcut neemt door zich alleen op de wet te baseren, zonder een uitspraak te doen over de uitlegging en de toepassing door de minister, die een schending van het gelijkheidsbeginsel inhoudt. Als het Hof geen duidelijkheid brengt, rest ons alleen een burgerlijke procedure, allicht tot in cassatie. In dat geval zijn we mogelijk vertrokken voor tien jaar onzekerheid”, aldus Verhoeye.
336 views
